Bel ons en leg uw vraag voor: 070 - 212 1904

Spoedcursus Politiek # 55: Kleinere Tweede Kamer

Een kleiner parlement in ons land?

Vrijdag 25 november 2011 

Op dit moment ligt er bij de Raad van State een verzoek voor om advies te geven over een wetsvoorstel voor verkleining van de Eerste en Tweede Kamer. Deze zomer presenteerde het kabinet hier een voorstel voor. De Eerste Kamer wordt naar 50 leden teruggebracht en de Tweede Kamer naar 100 leden als het aan het kabinet ligt. De ministerraad stemde deze zomer in met het voorstel. Maar is dit wel nodig en haalbaar?

Kleiner parlement

De gedachte achter het voorstel is dat een kleiner parlement ook leidt tot minder bureaucratie en efficiëntere besluitvorming. Een kleinere en efficiënte overheid. Rutte stelt dat met minder ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers een financiële besparing kan worden geboekt en er minder bestuurlijke drukte is. U kunt zich voorstellen dat de kleinere partijen minder gecharmeerd zijn van het idee: er is namelijk een grote kans dat zij, met een toch al kleine fractie, misschien met één zetel overblijven. Het kabinet stelt echter dat een doorrekening van de uitslagen van de afgelopen vier Tweede Kamerverkiezingen (op basis van 100 zetels) laat zien dat geen enkele partij uit de Tweede Kamer zou verdwijnen. Wanneer het voorstel daadwerkelijk realiteit zou worden zou Nederland teruggaan naar de periode van vóór 1956. Toen bestond de Tweede Kamer ook uit 100 zetels en de Eerste Kamer had 50 leden. Een analyse van de omvang van het Nederlandse parlement laat zien dat Nederland helemaal niet zoveel politici heeft als wel eens wordt beweerd. Nederland telt één parlementariër per 110.000 inwoners.

In andere landen is deze score hoger. België kent één parlementariër per 70.000 inwoners, Portugal één per 44.000 en Luxemburg één per 8.000. Alleen landen als Duitsland, Spanje, Rusland en de VS scoren een stuk lager dan Nederland. Het parlement van Frankrijk kent 577 leden, Duitsland 622, Spanje 350 en België evenveel als Nederland: 150. Er lijkt dus geen concrete aanleiding te zijn om er iets aan te doen: een maatschappelijk probleem lijkt er niet mee te worden opgelost. Rutte heeft hierover gezegd: “In 1956 hadden we ook een prima parlement” maar hij vergeet daarbij te zeggen dat de omvang van het werk sindsdien enorm is gegroeid, onder andere door de invloed van de Europese Unie.

Tot slot

Toch wil de regering het plan doorzetten. Er is hiervoor een grondwetswijziging nodig waarvoor twee keer een twee-derde meerderheid nodig is. Nu, en na verkiezingen. Het lijkt daardoor niet reëel dat het plan het haalt. Daarbij is de onofficiële gedoogpartner van de coalitie, de SGP, erop tegen. De SGP vindt dat het parlement een zo goed mogelijk vertegenwoordiging moet zijn van de bevolking. De kans dat het gemiddelde opleidingsniveau in de Kamer omlaag gaat, zoals voorzitter Verbeet onlangs als wens uitsprak, wordt ook een stuk kleiner. Er zijn simpelweg minder zetels te verdelen waardoor partijen hun topkandidaten voorrang zullen geven bij de selectie. Wanneer de Tweede Kamer zou stemmen over het wetsvoorstel, en er een twee-derde meerderheid behaald zou worden, gaan er dus sowieso eerst nog verkiezingen overheen. De kans dat de kaarten daarna weer anders liggen is enorm groot, en wellicht dat de PVV zich er uiteindelijk tegen keert. In elk geval kunnen we bij de volgende verkiezingen gewoon weer 150 Kamerleden kiezen.

Comments are closed.

Scroll to Top
English