Sinds vorige week hanteert de Tweede Kamer een nieuwe opzet voor het Vragenuur. Er kunnen meer vragen worden toegelaten, maar er is minder ruimte voor debat. Is de nieuwe opzet een verbetering? Met het Krokusreces evalueert de Tweede Kamer de nieuwe methode, wij doen al na twee weken een schot voor de boeg.
De opzet
De belangrijkste verandering is dat alleen de (eerste) vragensteller nog aanvullende vragen mag stellen en dat andere Kamerleden dat niet meer mogen. De vragensteller zelf krijgt bovendien meer tijd om door te vragen. Afgelopen dinsdag was er ruimte voor 7 vragen. Dat zijn er drie meer dan in het verleden het geval was. De actualiteit krijgt dus meer plek in het Vragenuur, en dat is een positieve ontwikkeling. Het Vragenuur is namelijk ingevoerd om aandacht te kunnen schenken aan actuele nieuwsberichten. Dat is precies waar nu meer ruimte voor is.
Het debat
Dat er minder ruimte is voor debat lijkt geen probleem. Op een vraag dient namelijk een antwoord te worden gegeven door het kabinet, dat is primair het doel van het Vragenuur. Het debat hierover kan op een ander moment gevoerd worden. Het gevaar van deze werkwijze is echter dat Kamerleden enkel een vraag indienen om de TV te halen, zonder dat er een vervolg aan wordt gegeven. Door de vlotte werkwijze wordt het voor vragenstellers eenvoudiger om een punt te maken voor de buitenwacht. Andere Kamerleden kunnen immers niet interrumperen.
Tot slot