Bel ons en leg uw vraag voor: 070 - 212 1904

Spoedcursus Politiek # 31: Analyse het nieuwe Vragenuurtje

Tweede Kamer hanteert nieuwe opzet Vragenuur

Sinds vorige week hanteert de Tweede Kamer een nieuwe opzet voor het Vragenuur. Er kunnen meer vragen worden toegelaten, maar er is minder ruimte voor debat. Is de nieuwe opzet een verbetering? Met het Krokusreces evalueert de Tweede Kamer de nieuwe methode, wij doen al na twee weken een schot voor de boeg. 

De opzet

De belangrijkste verandering is dat alleen de (eerste) vragensteller nog aanvullende vragen mag stellen en dat andere Kamerleden dat niet meer mogen. De vragensteller zelf krijgt bovendien meer tijd om door te vragen. Afgelopen dinsdag was er ruimte voor 7 vragen. Dat zijn er drie meer dan in het verleden het geval was. De actualiteit krijgt dus meer plek in het Vragenuur, en dat is een positieve ontwikkeling. Het Vragenuur is namelijk ingevoerd om aandacht te kunnen schenken aan actuele nieuwsberichten. Dat is precies waar nu meer ruimte voor is.

Het debat

Dat er minder ruimte is voor debat lijkt geen probleem. Op een vraag dient namelijk een antwoord te worden gegeven door het kabinet, dat is primair het doel van het Vragenuur. Het debat hierover kan op een ander moment gevoerd worden. Het gevaar van deze werkwijze is echter dat Kamerleden enkel een vraag indienen om de TV te halen, zonder dat er een vervolg aan wordt gegeven. Door de vlotte werkwijze wordt het voor vragenstellers eenvoudiger om een punt te maken voor de buitenwacht. Andere Kamerleden kunnen immers niet interrumperen.

Het nut van het Vragenuur moet ook niet overdreven worden. Het is een nuttig instrument, maar is voor ingewikkelde zaken geen juist podium. De mondeling beantwoorde vragen zijn slechts een klein deel van het totaal aantal beantwoorde vragen. In de periode 1906-1982 werden meer dan 32.500 vragen beantwoord, waarvan slechts rond de 1.000 mondeling werden beantwoord. Eind jaren ’90 steeg het aantal schriftelijke vragen explosief. In 2004 werden voor het eerst meer dan tweeduizend vragen in een zittingsjaar schriftelijk beantwoord.

Tot slot

De Voorzitter ziet goed toe op naleving van de spreektijden. Voordat een spreker het woord krijgt wordt veelal de spreektijd genoemd zodat de spreker weet hoe lang hij het woord mag voeren. Dit bevordert kort en bondig formuleren en de werkwijze is voor het publiek inzichtelijk. Na twee proefsessies lijkt het erop dat de nieuwe methode de vooraf gestelde verwachtingen realiseert. Over een aantal weken zal blijken of Kamerleden zich ook prettig voelen bij de nieuwe manier van werken en of het experiment een vervolg krijgt.

Comments are closed.

Scroll to Top
English