Vrijdag 9 december 2011
Gisteren was het programma ‘Premier gezocht’ te zien op Nederland 3. De functie van minister-president in ons politieke bestel is een bijzondere. Thorbecke gebruikte deze benaming nog niet en pas sinds de laatste jaren beschikt de minister-president over meer macht. De grondwet gebruikt de term sinds 1983 en spreekt over de minister-president als voorzitter van de ministerraad. Veel ‘presidentiële’ bevoegdheden kent de premier grondwettelijk gezien echter niet.
Het minister-presidentschap
De titel minister-president is pas sinds 1945 een bekende term en werd ingevoerd na de Tweede wereldoorlog. In een overleg tussen de Nederlandse politieke kopstukken van die tijd en de geallieerden werd besloten tot de invoering van de Grondwet van vóór de oorlog. De benoeming van de premier gebeurde met een koninklijk besluit. Voor Nederland is de functie van minister-president dus rechtstreeks voortgekomen uit de Tweede Wereldoorlog. Wim Schemerhorn viel de eer ten deel de eerste drager van de titel te zijn. Pas in 1983 werd de functie van minister-president in de Nederlandse Grondwet opgenomen. In het verleden is het ook geregeld voorgekomen dat de premier niet afkomstig was van de grootste partij. Na 1973 is het echter gebruik dat de grootste partij ook de minister-president levert. Er is altijd veel aandacht voor de minister-president, terwijl deze in feite enkel voorzitter is van de ministerraad. Het reglement van orde van de ministerraad werd in 2006 wel gewijzigd waardoor de premier meer bevoegdheden kreeg. Hij of zij kan nu naar eigen inzicht onderwerpen agenderen voor de vergadering van de ministerraad. Ook kan de minister-president ‘onderraden’ van vakministers bijeenroepen. Hierdoor werd de positie van ‘primus inter pares’ (eerste onder gelijken) iets versterkt, ook al wordt de functie vaak nog als zodanig aangeduid.
Het Catshuis is sinds 1963 de ambtswoning van de minister-president en het ontvangstcentrum van de regering. Het Catshuis is genoemd naar zeventiende-eeuwse dichter en politicus Jacob Cats, die het rond 1650 liet bouwen. Op de plek tussen Den Haag en Scheveningen stond oorspronkelijk een boerderij. De enige premier die ooit permanent in het Catshuis zou hebben gewoond was Marijnen, zoals op deze Youtube beelden is te zien. Dries van Agt woonde er doordeweeks. Andere premiers gebruikten het Catshuis alleen voor representatieve doeleinden of vergaderingen. Ook Mark Rutte woont er niet. Pim Fortuyn had overigens een uitgesproken mening over wat er met het Catshuis moest gebeuren: “In het Torentje zul je mij niet tegenkomen. Dat is het symbool van alles wat ik verafschuw in de Nederlandse politiek. Ik ga vanuit het Catshuis regeren. En als ik er niet ben, laat ik de bussen toestromen opdat de mensen het Catshuis kunnen bezichtigen. Dat zou Beatrix met al haar paleizen ook moeten doen – de paleizen zijn van het volk.”
Tot slot
Het Torentje is in de jaren 1840 gebruikt als werkkamer door Thorbecke, maar pas sinds 1982 (toen Lubbers aantrad) is het Torentje de vaste werkplek van de minister-president. Voor die tijd werkten veel minister-presidenten aan Plein 1813 in Den Haag. Zo is het Torentje ook gebruikt als werkruimte van de minister van Binnenlandse Zaken. Beel was in 1947 voor Lubbers de laatste premier die vanuit het Torentje werkte.
Regelmatig laait de discussie op of de minister-president rechtstreeks gekozen moeten worden. D66 heeft dit bijvoorbeeld in het verkiezingsprogramma opgenomen. Er zijn in het verleden wel concrete voorstellen gedaan om de formateur rechtstreeks door het volk te laten kiezen, maar tot eensgezindheid op dit punt kwam het nooit.