Spoedcursus Politiek # 20: Prinsjesdag
Vrijdag 17 september 2010
Het meest bekende ritueel uit de politiek is Prinsjesdag. Aanstaande dinsdag is het weer zover, de Koningin zal de troonrede uitspreken in de Ridderzaal. Op 2 mei 1814 werd deze voor het eerst uitgesproken. De troonrede werd aanvankelijk uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de zitting (vergaderperiode) van de Staten-Generaal. Gewone zittingen begonnen in het najaar en daarnaast kende men de buitengewone zitting, die – bijvoorbeeld na verkiezingen – op een ander tijdstip begon. Na een grondwetswijziging in 1983 is Prinsjesdag officieel op de derde dinsdag in september, bij de start van het nieuwe parlementaire jaar.
De geschiedenis
In 1814 en 1815 werd de troonrede in de Trèveszaal aan het Binnenhof voorgelezen, de plek waar nu de ministerraad wekelijks vergadert. Toen Nederland was verenigd met België en Luxemburg (1815-1830) las de koning de troonrede afwisselend in Brussel en Den Haag voor. Vanaf 1830 werd de troonrede in de vergaderzaal van de Tweede Kamer gehouden. Pas sinds 1906 werd dit gedaan in de Ridderzaal. Vanaf 1849 vond de opening van het parlementaire jaar plaats op de derde maandag van september. In 1888 werd dat de derde dinsdag van september.
Geen koning(in)
Het is nauwelijks voor te stellen, maar de troonrede is in het verleden ook uitgesproken door iemand anders dan de vorst. Zo was Koningin Wilhelmina in 1908 en 1909 afwezig vanwege zwangerschap en de geboorte van prinses Juliana. In 1947 zag de koningin vanwege ziekte af van de troonrede, de rede werd toen uitgesproken door minister-president Beel. Ook in 1888, 1889 en 1890 was koning Willem III er niet vanwege ziekte. Na zijn overlijden in 1890 sprak zijn vrouw koningin Emma tot 1897 de troonrede uit, zij was toen benoemd als regentes. In 1987 was onzeker of Koningin Beatrix er bij kon zijn, op vakantie kreeg ze hersenvliesontsteking. Ze was echter op tijd weer beter.
De troonrede zal dit jaar een stuk korter zijn, door de demissionaire status van het kabinet is er namelijk weinig nieuw beleid. Er zijn dan ook geen algemene beschouwingen, de Tweede Kamer debatteert liever met het nieuwe kabinet over de miljardenbezuinigingen.