U zult ongetwijfeld geregeld een groep moeten toespreken. Of het nu gaat om een werkpresentatie, een afscheidswoordje of een pleidooi voor een nieuwe zakelijke koers: spreken in het openbaar is een kunst op zich. De technieken die tegenwoordig nog worden toegepast zijn in de klassieke oudheid ontwikkeld en beschreven. De werken van Aristoteles (‘Retorica’), Cicero (‘De ideale redenaar’) en Quintilianus (‘De opleiding tot redenaar’) zijn standaardwerken waarvan de invloed nog steeds merkbaar is.
Drie middelen
Er wordt in de retorica onderscheid gemaakt tussen argumentatieve (logos) en niet argumentatieve (ethos en pathos) middelen. Het is niet alleen handig om hier bij stil te staan bij het schrijven van een voordracht, maar ook om een spreker te analyseren. Een politiek betoog zal worden beoordeeld op basis van deze drie stijlmiddelen.
Ethos is het beroep dat de spreker doet op autoriteit om het publiek ervan te overtuigen dat hij of zij een gekwalificeerd spreker is. Het ethos is belangrijk, want alleen dan zal het publiek geloven wat hij of zij vertelt. Cicero zei: ‘Immers, door het gebruik van de juiste soorten gedachten en woorden, in combinatie met een rustige, van vriendelijkheid getuigende voordracht, wordt bereikt dat we als oprechte, integere, weldenkende burgers voor de dag komen.’
Pathos is een manier om de emoties van het publiek aan te spreken. Quintilianus zag de waarde van emoties: ‘Het bespelen van deze emoties is, als het lukt, het heftigste middel dat de redenaar ten dienste staat, maar faalt hij, dan worden zijn woorden lauw ontvangen.’