Bel ons en leg uw vraag voor: 070 - 212 1904

Spoedcursus Politiek # 60: Demagogie en demagogen

Een zoektocht naar de oorsprong van de ‘demagogie’

Vrijdag 3 februari 2012 

Fidel Castro liet deze week van zich horen met de opmerkelijke quote: “wij verdedigen het een-partijensysteem, in plaats van de demagogie en commercialisering in de politiek.” In de hedendaagse democratische politiek is de invloed van de ‘demagoog’ zeker nog niet verdwenen. In vervolg op het artikel over de Romein Cicero deze week een zoektocht naar de oorsprong van de ‘demagogie’ bij de Grieken. 

De eerste demagoog in de geschiedenis

De Van Dale spreekt over ‘demagogie’ als de kunst om de volksmassa te (mis)leiden door retorische middelen. Een demagoog wil het publiek naar zijn hand zetten en het woord heeft dan ook een negatieve bijklank gekregen. Demagogie is afkomstig van het Grieks δημος= “volk” en αγ(ωγ)ειν = “(op)leiden”: het leiden van het volk. Niet alleen in woord, ook in daad is de demagoog hier voor het eerst opgestaan. De Atheense politicus Cleon wordt namelijk veelal gezien als de eerste demagoog uit de geschiedenis. Hij was een succesvol ondernemer die het niet eens was met de voorzichtige wijze van oorlogvoeren tijdens de Peloponnesische oorlog (van 431-404 v.Chr.). Dit was een strijd tussen tussen de stadstaten Athene en Sparta, de twee grootmachten van Griekenland. Na de dood van de leider van Athene Perikles wist Cleon de leider te worden van de volkspartij. Hij stond voor een scherpe oorlogvoering tegen Sparta en met demagogische redevoeringen wist hij het volk mee te krijgen. Een voorbeeld van Cleon’s aanpak om het volk voor zich te winnen was het verdriedubbelen van de vergoeding van juryleden van de rechtbank. Cleon’s belangrijkste daad was het overreden van de volksvergadering om een wapenstilstand tussen Athene en Sparta te beeindigen. Dit moest hij uiteindelijk met de dood bekopen want bij de Slag bij Amphipolis sneuvelde hij.

De negatieve bijklank van het woord is hier ontstaan, terwijl het letterlijk een andere betekenis heeft. Een politicus die met minder goede bedoelingen, leugenachtige voorstellingen en valse beloften de massa weet op te ruien wordt tegenwoordig ook als demagoog bestempeld. Dagblad De Pers maakte in november 2010 een overzicht van ‘plucheplakkende demagogen’ en noemde onder meer Hugo Chávez en Silvio Berlusconi als voorbeelden. Ook in tal van politieke debatten komen ‘beschuldigingen’ of voorbeelden van demagogisch terug. Zo kopte de Engelse krant The Times ‘Laat demagoog Geert Wilders het land in’ toen Wilders door de Engelse regering in 2009 niet werd toegelaten tot het land.

Tot slot

De Sofisten uit de Griekse Oudheid hadden het al tot kunst verheven om de zwakste bewering toch te laten winnen. Zo voorzagen zij in hun inkomsten, door rechtszaken te voeren en niet per se de waarheid te dienen. Later kreeg de stroming van de tweede sofisten meer aanhang waar het ging om het vermaken van een publiek met een redevoering. Vooral tijdens het Romeinse keizerrijk was dit erg populair en kwam het publiek in massa’s naar de arena om een redevoering gade te slaan.

Comments are closed.

Scroll to Top
English