Vrijdag 8 juni 2012
De ene na de andere partij presenteert in deze periode het verkiezingsprogramma. Deze week kwamen PvdA, Groenlinks en SP met het programma naar buiten. Het verkiezingsprogramma is voor partijen een belangrijk anker en een manier om de prioriteiten aan de buitenwacht te tonen. Tijdens een eventuele formatie is het verkiezingsprogramma immers de basis voor de onderhandelingen.
De verkiezingsprogramma’s zijn evenals in 2010 in korte tijd samengesteld. Door de val van het kabinet hebben de partijen hun commissies snel aan het werk gezet om een overzicht te maken van de speerpunten waarmee (kandidaat) Kamerleden de komende maanden op pad worden gestuurd. Het verkiezingsprogramma is een goed middel om mensen op de inhoud te overtuigen, maar veel meer draait het tegenwoordig om de manier waarop de ideeën aan de man worden gebracht. Femke Halsema zegt in het boek dat Gerdi Verbeet recent heeft uitgebracht: “De electorale populariteit van politici is direct afhankelijk van overtuigingskracht, van het charisma dat ze ook in de mediacratie tentoon kunnen spreiden. (…) Waar mensen uiteindelijk behoefte aan hebben dat is aan vertellers, aan mensen die een overtuigend verhaal kunnen vertellen.” De tekst van het programma heeft dan ook al lang niet meer de functie die het had toen Abraham Kuyper in 1879 het pamflet “Ons Program” presenteerde. Socrates zei het lang geleden al, het gaat om het overbrengen van een overtuiging in de ziel van de toehoorders. De politici die de komende tijd op pad gaan zullen dus op zoek moeten naar aansprekende vormen die hun boodschap aan de man brengen. De Volkskrant schreef hier eerder dit jaar over: “Oneliners, appelleren aan emoties, humor; het hoort in de 21ste eeuw onlosmakelijk bij het politieke spel. Het vergt discipline, timing, talent en een grote mate van ambachtelijkheid om al die instrumenten op het juiste moment in te zetten.”
Natuurlijk is het de inhoud die telt: de kracht van de ideeën en de politieke koers is heel bepalend voor het beeld van een partij. Dat de PvdA bewust een stap naar links heeft gedaan doen zij zowel uit ideologische als ook uit pragmatische electorale overwegingen.
Het is ook interessant om te zien welke verkiezingsaffiches er bij die boodschap worden gepresenteerd. U kunt er straks niet omheen, door heel het land hangen deze zomer campagneposters (kijk hier voor posters vanaf 1918). De VVD had twee jaar geleden heel simpele affiches met teksten als ‘De economie kan wel wat VVD gebruiken’ en ‘Voortaan voor iedereen die straf verdient: straf’. Eenvoudige teksten, maar het werkte wel.
Uiteindelijk zal een groot deel van het verkiezingsprogramma weer terzijde moeten worden gelegd bij de formatie. Punten van verschillende verkiezingsprogramma’s zijn altijd met elkaar in tegenspraak. Een compromis moet worden gevonden. Iets waar Gerdi Verbeet haar zorgen over uit: “Als je elkaar in het debat eerst verkettert, dan wordt het moeilijk om daarna de ideeën van elkaar geloofwaardig over te nemen. Daarom is in ons parlement, anders dan in Engeland en de VS, het respect voor elkaar en elkaars gedachtegoed een voorwaarde. Bij ons behoor je elkaar niet kwalijk te nemen dat je een andere analyse hebt en bijgevolg een andere mening. (…) Elkaar beschadigen is dus buitengewoon contraproductief, zowel voor de beeldvorming als voor het vinden van een goede oplossing.” Inderdaad waar, maar als de voortekenen niet bedriegen wordt het opnieuw een harde campagne.
Het daadwerkelijke ‘gevecht’ over de inhoud van de verkiezingsprogramma’s begint pas op het moment dat het CPB de programma’s heeft doorgerekend. Dan wordt duidelijk welk effect de maatregelen hebben. Het verleidde de PvdA er twee jaar geleden toe om – tot twee keer toe – het verkiezingsprogramma aan te passen. Dat had een averechts effect en de andere partijen waren er als de kippen bij om dit er bij de PvdA in te wrijven. Die fout zullen ze dus niet opnieuw maken. Tot die tijd moeten we nog even wachten tot alle programma’s bekend zijn en we weten wie met welke idealen de verkiezingen ingaat.