Vrijdag 27 januari 2012
Deze week vijf tips van Cicero. Marcus Tullius Cicero was een beroemd Romeins redenaar, politicus en advocaat die vele boeken heeft geschreven. Een flink deel daarvan is bewaard gebleven, waaronder De Oratore. Tot op de dag van vandaag zijn de theorieën van toepassing voor sprekers.
Overtuigen volgens Cicero
Cicero beschreef vijf fasen die van belang zijn om te komen tot een goede speech. Deze cyclus kunt u zelf ook gebruiken voor het maken van een redevoering. Iedereen verkeert wel eens in de situatie een woordje te spreken. We zetten de vijf fasen voor u op een rij:
1. Inventio / Bedenken
Een belangrijke eerste stap is het bedenken van een onderwerp voor de toespraak. Welke ideeën wil ik delen met mijn publiek en waar zit mijn publiek op te wachten? Ben ik in staat om een logisch betoog te maken bij het onderwerp? Een in de basis goede toespraak die aan het verkeerde publiek wordt voorgedragen kan immers een rampzalig effect hebben.
2. Collocatio / Ordenen
Een aantal goede argumenten maakt nog geen samenhangend betoog. Structuur en organisatie is nodig. Breng cijfers op het juiste moment en zorg voor samenhang.
3. Elocutio / Verwoorden
Het goed opschrijven van een toespraak is belangrijk. Het juiste taalgebruik en de stijl zijn bepalend.
4. Memoria / Memoreren
Een toespraak volledig uit het hoofd leren zullen niet veel mensen doen. Het is voor een eenmalige toespraak zelfs vaak ondoenlijk. Toch zal enige oefening helpen om het verhaal soepeler te vertellen. Een directeur die een toespraak van zijn speechschrijver in handen krijgt gedrukt vlak voordat hij het podium betreedt zal zijn verhaal niet best brengen.
5. Actio / Presenteren
Waar het uiteindelijk om gaat: het spreken zelf. Want ook goede teksten kunnen niet aanslaan bij een publiek doordat de uitvoering tekortschiet.
Veel van de technieken die door Cicero zijn beschreven hebben vandaag nog hun waarde. Een voorbeeld hiervan is de tricolon, een retorische opsomming met drie delen. De tricolon moet uit drie parallelle zinsdelen bestaan. De uitspraak “Veni, vidi, vici” van Julius Caesar is er bijvoorbeeld één. De woorden zijn immers even lang en hebben dezelfde begin- en eindletter. Tegenwoordig spreken we meer over een drieslag en deze wordt erg vaak gebruikt. Bekijk bijvoorbeeld onderstaand campagne filmpje van Barack Obama waarin hij zegt: “Our campaign (…) began in the backyards of Des Moines and the living rooms of Concord and the front porches of Charleston.” Een andere veel gebruikte techniek, ook uit de oudheid, is de anafoor en de epifoor. Hierbij worden dezelfde woorden gebruikt aan het begin of respectievelijk aan het einde van een zin. Zo gebruikt Martin Luther King in zijn beroemde “I have a dream” speech een aantal maal achtereen: “Now is the time..” Obama herhaalde precies dezelfde woorden tijdens zijn acceptance speech in augustus 2008.
Tot slot
Cicero hechtte zeer aan het gebruik van retorica voor een hoger doel. De echte oarator is iemand die zijn woorden zorgvuldig en rationeel kiest met het doel om het land verder te brengen. Daarom heeft een spreker kennis nodig, anders zijn woorden inhoudsloos. Cicero hekelde de gebakken lucht vol onbeduidendheid van demagogen en vond dat leiderschap inhoudt dat de leider zorgt voor het welzijn van het volk. Het woord demagoog is overigens afkomstig van de Grieken en heeft al lang een negatieve klank, iets waar in de volgende editie verder op wordt ingegaan.
Zie hoe Obama de drieslag gebruikt in deze prachtige spot.