De uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen is bekend. Nu de eerste stof is neergedaald is het tijd om de balans op te maken. Voor zover dat mogelijk is, want het is nog niet zeker welke uitslag er straks uitrolt met de Eerste Kamerverkiezingen. De Provinciale Statenleden mogen allen namelijk op maandag 13 mei hun stem uitbrengen en daar kunnen nog vreemde dingen gebeuren.
De verkiezingen
Opvallend is dat de uitslag van dit jaar veel lijkt op de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen vorig jaar. De verschillen zijn erg klein en de belangrijkste conclusie mag zijn dat de oppositie er niet in is geslaagd om flink te profiteren van de rechtse koers die is ingezet door VVD, CDA en PVV. De VVD is de grootste partij gebleven en daarmee vertaalt de onvrede over de rechtse regering zich niet in aanzienlijke verschuivingen. Dat zal voor links Nederland een teleurstellende conclusie zijn.
De uitslag schetst ook het beeld van een versplinterd land, waar er aanzienlijke verschillen zijn tussen linkse en rechtse kiezers. De grootste partij is wederom kleiner dan ooit, want de VVD haalde ‘slechts’ 19,6 % van de stemmen. Dit is bijna een procent minder dan bij de Tweede Kamerverkiezingen uit 2010. Daarmee zet deze trend zich voort en is er in de politiek eenzelfde nivellering zichtbaar als in de Nederlandse voetbalcompetitie. Kleine partijen bestaan niet meer omdat ook een partij van één of twee zetels een cruciale rol kan spelen in de coalitievorming. Het is interessant om te zien of de PVV nu ook weet door te breken in het provinciaal bestuur door deel te nemen aan de colleges. Hierbij wordt er een beroep gedaan op de onderhandelingsvaardigheden van de PVV kandidaten, want de eisen die in verscheidene provincies zijn gesteld maakt dat direct hoog wordt ingezet. De PVV kan niet al te veel verkiezingsbeloftes overboord zetten om te voorkomen dat ze overkomen als een onbetrouwbare partij.
Eerste Kamer
Tot slot