Onderstaand artikel verscheen op 7 maart 2012 in de Volkskrant.
De EU moet op zoek naar nieuwe argumenten voor de Europese samenwerking. Dat stelde Herman van Rompuy afgelopen zondag in Buitenhof, daarmee reagerend op een eerdere uitspraak van Mark Rutte die ‘het oude ideaal’ van vrede in Europa niet langer als een drijfveer ziet. Europa gaat volgens Rutte over welvaart en pensioenen. Een toekomstperspectief op Europa is hard nodig en Nederlandse politici kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan die nieuwe argumenten.
Volgens het SCP vindt 42% van de mensen in ons land het lidmaatschap van de EU een goede zaak. Betrekkelijk laag voor een land dat zoveel baat heeft bij de EU en zelfs één van de grondleggers ervan is geweest. Mensen twijfelen aan nut en noodzaak van de financiële steun aan noodlijdende eurolanden en het is onvoldoende duidelijk wat Europa voor de burger betekent. Die nieuwe argumenten waar Van Rompuy naar op zoek is zijn hard nodig om ook in de toekomst de EU op een geloofwaardige manier overeind te houden. Naarmate de tijd is verstreken is steeds minder duidelijker geworden voor welk probleem Europa eigenlijk de oplossing is. Het ‘oude ideaal’ is nog wel aanwezig, maar dooft steeds verder uit tot uiteindelijk een kleine waakvlam zal resteren.
Europa vindt alles wat ze doet als eerste uit
Nederlandse politici die Europa een warm hart toedragen, kunnen meer doen om die nieuwe argumenten te vinden en overtuigend voor het voetlicht te brengen. Tegenstanders van (meer) Europa hebben een duidelijke boodschap: we verliezen zeggenschap in eigen land, de EU kost te veel geld en met Europa zal het nooit wat worden. Ongeacht de vraag of de argumenten die gebruikt worden feitelijk juist zijn, werkt deze klare taal wel. Maar wat zetten de pro-Europa partijen hier tegenover in het debat? Veelal niet veel meer dan een rijtje voordelen: Europa is goed voor onze economie, er is sprake van grensoverschrijdende aanpak van problemen en de EU heeft ons vrede en stabiliteit gebracht. Maar de vraag waar het in het debat werkelijk om draait is een andere: waar gaan we met Europa in de toekomst naar toe? Op welke wijze geven we het Europese eenwordingsproces verder vorm en waarom vinden we dat belangrijk? Wanneer deze vragen door voorstanders onvoldoende concreet worden ingevuld zullen Eurosceptici aan de winnende hand blijven. Een krachtige visie op wat Europa in de toekomst voor ons betekent is broodnodig om meer mensen mee te nemen en de vervreemding van Europa te doen stoppen.
Een beroep op het verleden is al lang niet meer effectief in het Europese debat. Ondanks dat de feiten ontegenzeggelijk krachtig zijn. In de 600 jaar voor de Tweede Wereldoorlog waren er in Europa gemiddeld twee oorlogen per jaar, en werd het aantal slachtoffers per oorlog steeds groter. Anno 2012 kunnen we concluderen dat Europa ons ‘de lange vrede’ heeft gebracht. Ook de welvaart is spectaculair toegenomen: in de vorige eeuw is de Nederlander vijf keer zo rijk geworden. Europa doet er toe. Het brengt ons allen uiteindelijk verder. Van Rompuy noemt het vredesideaal de erfenis van onze voorouders, de ‘meest edelmoedige gedachte ooit’. Zonder dat er veel oog voor is in het debat, moeten we ons wel realiseren dat we al heel ver zijn om Immanuel Kant’s ‘ewigen Frieden’ in Europa te realiseren.
Dat brengt mij tot de vraag hoe dan wel om te gaan met Eurosceptici in de felle Europa debatten. Naast het formuleren van het eigen perspectief op de toekomst is ook de wedervraag een interessante. Want ook al valt er nog veel aan te merken op de EU – het kost (te) veel geld en de structuur is nog niet volmaakt – wat is het alternatief? Welk Euroscepticus is in staat een geloofwaardig alternatief te formuleren voor de volgende 65 jaar in Europa? Wie het debat ziet in de historische context en de feiten en cijfers in ogenschouw neemt zal tot de conclusie komen dat het de kinderziektes zijn die aanpak behoeven, niet het kind zelf. De EU is een uniek samenwerkingsverband dat zijn weerga in de wereld niet kent. Europa vindt alles wat ze doet zelf als eerste uit.
De Belgische oud-premier Jean-Luc Dehaene zei onlangs dat politici Europese besluiten beter moeten uitleggen. Ook al doen politici dat, het gaat om de toekomst. Leg dáár de nadruk op! Toen de Franse schrijver en staatsman Victor Hugo in 1849 voorspelde dat er een dag zou komen dat alle naties op het Europese continent verenigd zouden zijn werd hij weggelachen. Het werd werkelijkheid. Ik ben benieuwd wie als eerste de stap aandurft om te formuleren hoe we werkelijk verder gaan in Europa. Er is geen beter moment voor dan nu.
Frits Bloemberg